Helene de Man | Levensloop en reizen

Helene de Man | Levensloop en reizen

Ik ben in Brussel geboren in 1946. Mijn vader, Petrus De Man, ontmoette mijn moeder tijdens de tweede wereldoorlog. Zij was van Russisch oorsprong. Mijn toekomstige ouders waren als gedwongen arbeiders in Duitsland weggevoerd. Als ze na de oorlog terug in België waren en ik een jaar of twee was, beslisten ze te scheiden. De Koude Oorlog was toen aan de gang en de internationale sfeer was uiterst onzeker en angstwekkend. Als kind leefde ik lang in een wereld van vrees en onrust. De hele familie was toen steeds in spanning. Als enig kind begon ik dan te leven als opgesloten in mezelf en bouwde ik een wereld van verbeelding en dromen. Ik werd opgevoed door de moeder van mijn vader, Diane Sergoynne, een gevoelige en angstige vrouw maar met een uitgebreide cultuur. Zij was een begaafd muzikant en speelde piano met groot talent. Mijn grootvader, Nicolas De Man, was van Vlaamse oorsprong. Hij was eerder een autodidact en dol op geschiedenis en aardrijkskunde. Mijn vader Petrus was echter romantisch en eenzaam, een artiest die zijn vrije tijd besteedde aan schilderkunst en fotografie.

Zoals mijn grootvader heb ik een Vlaams temperament, gekenmerkt door liefde voor de aarde en de natuur en respect voor het leven. Ik herinner mijn grootvader als een ernstig en goedaardig man. Dit is o.m. de reden waarom ik mij in Vlaanderen vestigde waar ik me echt thuis voel. Ik heb ook een voorliefde voor Brussel, de stad waar ik gedeeltelijk werd grootgebracht. Vreemd genoeg is de Franse taal eigenlijk mijn moedertaal. Toch voel ik ook de invloed van mijn Slavisch atavisme gekenmerkt door nostalgie en hartstocht. Bovendien heb ik een deel van mijn jeugd in Holland doorgebracht waar ik de Nederlandse taal en cultuur dieper kon meeleven en aanvoelen.

Tijdens de humaniora studeerde ik Grieks en Latijn omdat ik een grote belangstelling had voor het Latijn en de Romeinse beschaving. In de jaren zestig, de "golden sixties", was ik eveneens enthousiast voor de Engelse taal en meer in het bijzonder de wereldwijde invloed van de Verenigde Staten, de zogenaamde heroïsche houding van Amerikanen omdat ze een grote rol hadden gespeeld tijdens de oorlog, voor het magisch aspect van filmsterren in Hollywood, het charisma van president Kennedy, de ideologische conflicten i.v.m. de oorlog in Vietnam, de verschillende muziektrends zoals jazz, blues, rock and roll en daarna de “protest songs”, de aantrekkingskracht van Californië, de hoop voor een echte wereldvrede. Ik had de indruk dat Amerika een symbool was van vrijheid, mooie wijde vergezichten en ontzaglijk grote moderne steden. De machtspositie van de Verenigde Staten vertoonde een gelijkenis met de glorieuze periode van het Romeinse keizerrijk dat mijn bewondering opwekte alsook de grootheid en cultuur van Napoleons keizerrijk. Als teenager heb ik dan een grote eerbied voor historische figuren, vooral C.J. Caesar, Karel de Grote, Erasmus en Napoleon I.

Ik begin zeer jong gedichten te schrijven omdat mijn leven zich afspeelt in een wereld van dromen en verbeelding. Ook schrijf ik korte verhalen en verschillende sprookjes. Door de taalcursussen en in het bijzonder Frans en Nederlands maar ook later Engels en Duits kon ik de symbolische literatuur ontdekken alsook de wereld van dichtkunst met auteurs zoals bij voorbeeld Frederik Van Eeden (“Naar ‘t zee-geruis zal ik nog dan verlangen/als naar het liefst wat mij de wereld dee,/zij zingt den kroonzang aller wereld-zangen/de op zandig veld neerdonderende zee”.) Paul Van Ostaijen (“Er moeten witte hoeven achter de zoom staan/ van de blauwe velden langs de maan/’s avonds hoort gij aan de verre steenwegen/paardehoeven/dan hoort gij alles stille waan”.), P.C. Boutens (“Alleen is leven leven als het tot de dood ontroert.”), Willem Kloos (“Nauw zichtbaar wiegen op een lichten zucht/De witte bloesems in de scheemring - ziet/ Hoe langs mijn venster nog, met ras gerucht/Een enkele al te late vogel vliedt”.) en nog Willem Kloos (“O, laat mij met uw woorden spelen,/Omdat gij mij uw mond ontzegt,/En ’t lieve, dat uw mond mij zegt/Als kussen van uw lippen stelen,/Als kussen die uw ziel mij zegt,/O, laat mij met uw woorden spelen.”), Karel van de Woestijne (“o Gij, die kommrend sterven moest, en Vader waart,/en mij liet leven, en me teder leerde leven/met uw zacht spreken, en uw strelend hande-beven,/en, toen ge stierft, wat late zon op uwen baard;”), Prosper Van Langendonck (“Van alle gulden heuvelkammen kentelen/lijnen, die lenig naar elkander wentelen/te zamen vloeiend in het dal/als fijne ideeën, die heur draden mengelen,/uit elke geesteshoogte, en samenstrengelen/tot één harmonischen gedachtenval.”). En voor het Frans: André Chenier, Victor Hugo, Emile Verhaeren, Georges Rodenbach, Charles Baudelaire, Paul Verlaine, Max Elskamp, Patrice de la Tour du Pin, Marcel Thiry, Odilon-Jean Perier. In het algemeen verkies ik liever auteurs die een elegante stijl hanteren met buitengewone woorden.

Ik heb een voorliefde voor die Nederlandstalige auteurs en voel me bekoord door de charme van de Vlaamse of Nederlandse taal. Wat betreft theater heb ik een fantastische herinnering met “Schipper naast God” van Jan de Hartog. En nog anderen. Wat het roman betreft heb ik ook lievelingsauteurs als John Steinbeck, Edgar Poe, Dostoïevski, Tolstoi, Stefan Zweig, Maxence Van Der Meersch, Gerard Walschap, Stijn Streuvels, Valeer Van Kerkhoven, Emile Zola.

Toen ik veertig jaar oud was heb ik een grondige omwenteling doorgemaakt en had ik opeens meer zelfvertrouwen om me tot de anderen te wenden. Sindsdien heb ik een diep verlangen om te communiceren en mijn teksten en gedichten hebben tot doel door anderen gelezen te worden, hardop gelezen, en zelfs gezongen. Thema’s zijn gevarieerd en betreffen ofwel het enthousiasme van levensdrang ofwel wanhoop veroorzaakt door eenzaamheid en noodlot, soms ook het streven naar een betere en vredelievende wereld en naar een onmogelijke geïdealiseerde liefde. Ondanks en zelfs dankzij alle wisselvalligheden blijf ik vast en zeker optimistisch met een prioriteit voor de mens, ik voel me humanistisch, ik heb verdriet en medelijden als ik de alledaagse gang van zaken in de wereld beschouw. Ik ben uiterst nieuwsgierig en zou alles willen ontdekken en begrijpen. Steeds tracht ik de wereld, het mensdom en het leven door en door te verstaan, een onbegonnen werk dat weet ik.

© Helene de Man